Columns
Onderstaande columns zijn allemaal geschreven door Annette Nobuntu Mul en gepubliceerd in Tijdschrijft The Optimist.
Voorstellen
Ik vind het best weer een gedoe, het je voorstellen aan
elkaar. Wat zijn de psychosociale contracten die we heb-
ben ‘afgesproken’ in het eerste contact? Wat vertel je, wat
vraag je? Wat, welke eigenschappen, bezigheden of sociale
vaardigheden laten we op de voorgrond treden en wat
houden we liever op de achtergrond? En is dat een bewuste
afweging of een niet toegestaan deel van onszelf? Hoogst-
waarschijnlijk vertellen we bijvoorbeeld gemakkelijker dat we
arts, buurvrouw, gemeenteambtenaar of docent zijn, dan dat
we meteen onze levensbeschouwing of seksuele geaardheid
op tafel leggen. Lieve help, wat een gedoe hè?
‘Onwennig, de eerste handdruk sinds circa
anderhalf jaar’
En dan hebben we ook nog onze rituelen. In de westerse wereld
geven we een hand (van origine als teken van ongewapend wel-
kom heten), kijken de ander in de ogen en stellen ons voor met
onze naam, een kleine afwachtende houding en belangstellende
blik om te luisteren hoe de ander zich voorstelt. De hand vasthouden
kan daarbij helpen om aandachtig op te letten en de naam, als teken
van persoonlijk respect, te onthouden. Maar in het verse postcorona-
tijdperk voel ik me plots opnieuw een beetje onthand. Eergister gaf
ik een nieuwe kennis aan de voordeur een hand. Onwennig, de
eerste handdruk sinds circa anderhalf jaar. Ze trok haar hand even
terug en in een kort moment voelde ik een afstand, een lichte afwijzing
misschien? De vrouw verontschuldigde zich: ‘Ik ben het niet meer
gewend’. En we hadden het erover. Ineens is handen schudden geen
gewoonte meer van gastvrijheid, maar door covid verworden tot een
verwerpelijk ziekmakend ritueel.
Zo zijn rituelen onuitgesproken culturele codes. Boeiend, want nu
kunnen we ze weer met elkaar herijken. En hoe mooi is het als we
dat doen door elkaar te ontmoeten op een laag van betekenis?
Zoals veel mensen met een niet-westerse achtergrond in onze
samenleving bijvoorbeeld andere waarden hechten aan juist niet
handen schudden en elkaar niet in de ogen kijken, als tekenen van
respect.
Het ritueel van voorstellen fascineert me eigenlijk al mijn hele leven.
Ooit was ik zes jaar oud, het was 1966. Mijn vader werkte bij Shell en
zou een gigantische carrièrestap maken. De ‘hoogste’ Shellbaas, de
oudere lezer weet het nog wel, was de statige heer Wagner. Meneer
Wagner zou bij ons thuis komen en ons gezin was opgewonden. Mijn
broer en ik werden verzocht om het dure Wedgwood servies bij de buren
te gaan lenen (jawel...), mijn moeder en ik hadden een nieuwe jurk aan.
Het koude en warme buffet stond klaar en de telefoon ging. Het was meneer
Wagner. Ongetwijfeld heeft mijn vader iets gemompeld van: ‘Verdorie, de k.....’.
Meneer Wagner kwam niet, hij zou een week later komen.
Wederom nieuwe jurk, warm en koud buffet en het Wedgwood servies
geleend bij de buren. ‘Stel jezelf eens netjes voor en geef meneer Wagner
een handje’, kreeg ik te horen. Ik gaf de grote meneer een handje en zei:
‘Mijn papa vindt u een klootzak.’ Ik begreep niet wat ik zei, maar ik voel
nog de pijnlijke stilte die volgde en dacht: waar is het valluik? Kunt u zich
dat voorstellen?
Hoewel de ontmoeting met veel humor is bezegeld geef ik sindsdien de
absolute voorkeur aan het voorstellen op Afrikaanse wijze. Sawubona,
hetgeen betekent ‘ik zie jou’. En het existentiële antwoord is dan Sikhona:
‘hier ben ik.’ Aan jezelf ‘netjes voorstellen en handen schudden’ heb ik
historisch gezien een zeer dubieuze herinnering... ••
September/ oktober 2021 | The Optimist NL