Columns
Onderstaande columns zijn allemaal geschreven door Annette Nobuntu Mul en gepubliceerd in Tijdschrijft The Optimist.
SAWUBONA
‘Je bént het!’
Dit was vierenvijftig jaar gelden, ik was toen
tien jaar oud, de reactie van meneer De Vries op
mijn gedichtje aan hem. Ik kende meneer De Vries
niet, maar klaarblijkelijk zat hij in een, zo heette dat
toen, bejaardentehuis; we hadden op school de
opdracht gekregen om een zelfverzonnen verhaaltje
of gedichtje te schrijven voor mensen in een bejaar-
dentehuis. Ik weet het niet meer precies, maar de
opdracht zal in de hoek hebben gezeten van een
aantal leeraspecten. Het stimuleren van schrijfvaar-
digheden in combinatie met maatschappelijke betrok-
kenheid via een intergenerationele dialoog? Zoiets.
Ik begreep zijn woorden ‘Je bént het!’ niet zo goed,
maar ik voelde het wel absoluut als een compliment
en een aanmoediging om nog meer te gaan schrijven.
Decennia later kwam ik, zoals u wellicht weet, veelvuldig
in Zuid-Afrika. De Zulu-begroeting, vanuit de spirit van
Ubuntu, kan me nog iedere dag raken: Sawubona.
Sawubona betekent letterlijk ‘Ik zie jou’. En het antwoord
is dan Sikhona: hier ben ik! Hoe existentieel is deze
begroeting! Als we ons echt gezien voelen, mogen we er
zijn. Maar wat is dat, de ander echt zien? Als ik zeg ‘Ik zie
jou’, zie ik dan je huidskleur, levensovertuiging, migratie-
achtergrond, familiegeschiedenis, sociale status, gender,
om maar wat voorbeelden en gelaagdheden te noemen?
Met welke bril en aanname kijk ik, wat en wie zie ik?
'We moeten in het leven dromen,
om met onze voeten minimaal één
stap van de grond te kunnen komen'
Hoe cruciaal het is om je als kind gezien te voelen in
je dromen is prachtig verwoord door Harrie Jekkers
in zijn liedje Met een goudvis naar zee. Kleine Harrie
wilde met zijn goudvis naar zee om hem de vrijheid te
geven. Noch zijn ouders, noch zijn oma hadden gezegd:
‘Dat kan niet Harrie, want de goudvis is een zoetwatervis en…’
Daarna wilde Harrie astronaut worden en zijn moeder
zei aansluitend bij zijn dromen: ‘Harrie, als je ooit op de
maan landt, neem je dan wel een maansteen voor me mee?’
Later reflecteerde hij op het podium in Carré: ‘Natuurlijk
ben ik geen piloot geworden of astronaut, maar als ik tóen
niet van mijn ouders met die goudvis naar zee had mogen
gaan, had ik hier vandaag niet in Carré gestaan…’
Een zelfde waardevolle associatie, die van het belang
van aansluiten bij dromen, ging door me heen toen we
een paar weken geleden in de schouwburg van Deventer
waren, waar Bright Richards van New Dutch Connections,
in samenwerking met Bureau de Werkvloer, vijf asielzoe-
kenden vroeg om hun levensverhaal en daaraan gekoppelde
droom op het podium te willen delen met het publiek. En daar-
na aan het publiek de vraag: ‘Wie van u ziet Ahmed, Nisreen,
Fateh, Rami en Mogos, begrijpt hun droom en wil één van hen
een reikende hand bieden bij een kop koffie?’ Vijf handen
vanuit het publiek gingen omhoog. Sawubona, ik zie jou!
De woorden van meneer De Vries ‘Je bént het!’, je hebt
niet alleen mooi geschreven, je bént een schrijfster, hebben
gemaakt dat ik als kind durfde te gaan dromen en geloven
dat ik ooit schrijfster zou kunnen worden. We moeten in
het leven dromen, om met onze voeten minimaal één
stap van de grond te kunnen komen.
Ik ben natuurlijk geen bekende dichteres of schrijfster
geworden, maar wie weet, als meneer De Vries mij
tóen niet had gezien had ik vandaag niet met mijn
column in de Optimist gestaan… •
Maart/april 2024 | The Optimist NL